“Halte ‘Wijgmaal station’ zal vanaf 6 januari niet meer bediend worden. Passagiers kunnen 650 meter verderop terecht.”
Deze communicatie werd me deze week duidelijk, na heel wat opzoekwerk en telefoonverkeer met De Lijn. Alhoewel De Lijn in het antwoord op mijn klacht een motivatie geeft en me vraagt om hier begrip voor op te brengen, lukt het me toch niet om de beslissing te begrijpen. Ik voel enkel verontwaardiging!
Hoe kan een openbare vervoersmaatschappij een halte afschaffen die verbonden is aan een treinstation, een bedrijventerrein én een zorginstelling? Hoe blijf je dan geloofwaardig als pleitbezorger van betere en duurzame dienstverlening?
In deze brief neem ik het op voor de zorginstelling. Ik ben maatschappelijk werker van een dagcentrum, 4Hoog (deelwerking van Adem vzw). We bieden er dagelijks dagbesteding aan 40 volwassenen met een beperking. We streven samen met onze cliënten naar een zo normaal mogelijk leven in de maatschappij. Voor sommige cliënten betekent het heel wat dat ze zelfstandig met een lijnbus naar onze werking kunnen komen.
In de beslissing om deze halte niet meer te bedienen, mis ik elke vorm van dialoog. In de communicatie die ik daarop van De Lijn ontving, mis ik elk begrip rond de mobiliteitsproblemen die mensen met een beperking ondervinden.
Personen met een beperking (toch goed voor een groep van meer dan 593.000 mensen in België!) nemen niet zomaar de lijnbus. Ze doen dat omdat ze geen eigen wagen of fiets hebben, geen rijbewijs of fietsvaardigheden hebben, om welke reden dan ook. De Lijn is voor velen een hulpmiddel om zich te kunnen integreren in en te kunnen participeren aan de samenleving. 650 meter stappen tot een volgende halte lijkt misschien banaal, maar voor onze cliënten is het dat zeker niet. Een verdere verplaatsing is moeilijk omwille van fysieke problemen maar evengoed omwille van de bijkomende stress die mensen zo ervaren om tijdig aan de bus en in het dagcentrum te geraken.
Daarom stel ik mezelf de vraag: “Zijn mensen met een beperking voor De Lijn tweederangsburgers, of horen ze er volledig bij?” En als De Lijn dat laatste pretendeert: “Hoe wil ze dan tegemoet komen aan de noden van deze grote groep mensen?”
Ik doe alvast een oproep:
1) Schaf alstublieft geen haltes af in de buurt van zorginstellingen (maar ook van scholen en dergelijke)!
2) Ga alstublieft in dialoog met betrokken instellingen/sectoren als er zich aanpassingen opdringen!
Ik hoop, samen met onze cliënten, dat er naar onze oproep geluisterd wordt en dat we hierover nog verder in gesprek kunnen gaan.
Evy De Ridder
Adem vzw, dagcentrum 4Hoog